Om de muntunie in stand te houden zal Duitsland niet ontkomen aan langdurige subsidies voor zwakke eurolanden. Zijn de Duitsers daar echt toe bereid, vraagt Hendrik Oude Nijhuis.

Maar weinigen hebben het verloop van de eurocrisis correct voorspeld. De
Britse econoom Bernard Connolly is één van hen. Hij mijdt de publiciteit het
liefst maar afgelopen week was dan toch een interview
met hem in zakenkrant The Wall Street Journal te lezen. Wellicht mede
ingegeven ter promotie van de heruitgave van zijn boek: “The Rotten
Heart of Europa”.

Verbannen uit Brussel

Zijn naam mag dan wel niet zo bekend zijn maar Connolly is beslist niet zomaar
iemand. Voordat hij de oorspronkelijke editie van zijn boek publiceerde, was
hij een hoge ambtenaar bij de Europese Commissie. Hij gaf daar toen leiding
aan het ‘Monetary Affairs Committee’.

Zijn boek verscheen al in 1995 en vormt een messcherpe analyse van de
rampspoed waar invoering van de euro volgens hem op zou uitdraaien. Zijn
kritiek werd hem in Brussel bepaald niet in dank afgenomen.

Na het uitgeven van zijn boek werd Connolly per direct ontslagen en naar een
vorstelijk EU-ambtenarenpensioen kon hij fluiten. Er werden foto’s van zijn
gezicht opgehangen bij de ingangen van de gebouwen van de Europese Commissie
alsof hij een gezocht crimineel zou zijn, aldus Connolly in de inleiding van
zijn boek.

Hoogtepunt eurocrisis voorbij?

Onder Europese politici heerst momenteel de opvatting dat de eurocrisis
afgelopen zomer haar hoogtepunt bereikte. "Want toen was er een reëel
gevaar, vanuit hun gezichtspunt, dat hun fantastische Europese droom uiteen
zou spatten", stelt Connolly in de WSJ.

Maar vanuit het perspectief van gewone mensen, bedrijven en economieën is de
situatie er volgens Connolly er alleen maar slechter op geworden. Zo werd
afgelopen week bekend dat de economie in het eurogebied het afgelopen
kwartaal met 0,9 procent gekrompen is en met een half procent over heel
2012.

Aan de oppervlakte lijken er toch wel redenen voor enig optimisme te zijn.

De rente die de probleemlanden over hun staatsschuld moeten betalen is gezakt
en hun tekorten zijn kleiner geworden. Bovendien wordt een vertrek van
Griekenland uit de eurozone niet langer als onvermijdelijk gezien.

Maar ondanks die lichtpuntjes bedraagt de werkloosheid in zowel Spanje als
Griekenland momenteel maar liefst 27 procent. Bovendien verslechtert de
economische situatie in Frankrijk. Onlangs maakte de Franse overheid bekend
haar eigen tekortreductiedoelstellingen dit jaar niet te zullen halen door
verslechterde economische vooruitzichten.

Concurrentiekracht Noord en Zuid

De heersende gedachte onder politici is dat de noodleningen aan Griekenland,
Ierland en Portugal - en binnenkort misschien ook Spanje - eenmalig zijn.
Wanneer deze landen hun begroting weer op orde hebben, kunnen ze gewoon
verder. Volgens Connolly is dat simpelweg propaganda.

De schuldencrisis en de bankencrisis zijn volgens hem slechts symptomen van
een dieper probleem. Dat probleem betreft de grote verschillen die sinds de
invoering van de euro zijn ontstaan in concurrentiekracht tussen
verschillende eurolanden.

En die verschillen in concurrentiekracht zijn weer ontstaan, doordat de lonen
in de periferie van Europa, mede door een overvloed aan goedkoop geld met
lage rentes, veel harder zijn gestegen dan de productiviteit. Om als zwak
euroland weer enigszins concurrerend te zijn zal de productiviteit dus
omhoog moeten en de lonen juist (fors) omlaag. Ierland lijkt daar wel
enigszins in te slagen.

Maar Ierland kent volgens Connolly een vrij flexibele en open economie. Voor
Spanje, Griekenland, Portugal, Frankrijk en Italië geldt dat niet. Die
landen passen zich veel langzamer aan met als gevolg dat de lonen in die
landen nog altijd substantieel te hoog zijn. Massawerkloosheid is het
gevolg.

Duitse subsidiekraan losgedraaid?

Op een gegeven moment zullen burgers in de probleemlanden de misère niet
langer willen - en kunnen - dragen. Zij zullen bij verkiezingen dan, zo
stelt Connolly, hun stem uitbrengen op partijen die het ondenkbare
overwegen: het verlaten van de muntunie.

De economische en sociale kosten van het opbreken van de euro zullen enorm
zijn en wellicht dan ook, zo denkt Connolly, dat het financieel sterke
Duitsland zal besluiten de zwakke landen te subsidiëren. Maar wanneer zo'n
mechanisme er eenmaal is, zal het niet lang duren voordat ook Frankrijk
afhankelijk zal worden van Duitse subsidies.

Grote vraag wordt dus, zo meent Connolly, of Duitsland bereid zal zijn en het
kan opbrengen om over enige tijd zo'n beetje heel Europa te subsidiëren.
Want zo niet dan zal de muntunie opnieuw uiteen dreigen te vallen. Het hart
van Europa is zo bezien nog altijd rottende...

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett. Deze column is niet bedoeld
als individueel advies tot het doen van beleggingen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl